Beluister de tekst:
De kracht van experimenten
Wat we de afgelopen dagen hebben gedaan, staat in de psychologie bekend als cognitieve therapie. Je ziet deze term bijna nooit op zichzelf voorbij komen; het gaat bijna altijd samen met gedragstherapie, oftewel Cognitieve Gedragstherapie.
Hierbij zet je experimenten in om te onderzoeken of je overtuigingen waar zijn. Voor veel mensen geldt toch een beetje het principe van ‘eerst zien, dan geloven’. Een experiment kan dan ook een enorm krachtig middel zijn om je te overtuigen van een nieuwe waarheid.
Wat zijn experimenten?
Een veelgebruikt experiment in de behandeling van slaapklachten is om een nacht wakker te blijven. Gewoon een nacht helemaal niet slapen en de dag erna wel gewoon aan het werk gaan of voor de kinderen zorgen.
Met deze simpele opdracht kun je onderzoeken wat je allemaal nog kunt als je een nacht niet geslapen hebt.
Misschien zijn jouw slaapproblemen wel zo ernstig dat je regelmatig een nacht helemaal niet slaapt. Je zou kunnen zeggen dat je dit experiment dan regelmatig doet. Toch is dat niet helemaal waar.
Een nacht worstelen met je slaap is bijvoorbeeld veel vermoeiender dan een nacht met opzet wakker blijven. En tijdens een experiment ga je echt opletten hoe de dag erna voelt. Terwijl je anders waarschijnlijk zuchtend en steunend de dag doorkomt, zonder er echt bij stil te staan hoe erg het nu precies is.
Een experiment is dus heel leerzaam om te bekijken hoe de realiteit is, los van de overtuigingen die je erover hebt.
BELANGRIJK: Omdat je waarschijnlijk al een tijd niet goed slaapt en bovendien met slaaprestrictie bezig bent, raden we je af om op dit moment te proberen om een nacht wakker te blijven. Als het onverhoopt toch gebeurd, kun je het op dat moment als een experiment zien.
Experimenten tijdens deze training
Deelnemers aan dit programma hebben vaak al flink wat slaapachterstand voordat ze beginnen aan dit programma. Daarom raden we je niet aan om met opzet een experiment te gaan doen.
Maar misschien is het wel haalbaar om dat wat er toch al gebeurt, meer als een experiment te zien. Stel nu dat je overtuigd bent dat je niet kunt functioneren na een slapeloze nacht. En tegelijkertijd heb je regelmatig slapeloze nachten. Probeer dan eens extra goed te kijken hoe de dag gaat als je niet geslapen hebt.
Begrijp ons niet verkeerd, je zult je waarschijnlijk vreselijk voelen tijdens zo’n dag. Maar is het ook zo dat je niet functioneert? Of is het zo dat je nog best aardig je werk kunt doen?
En is het zo dat je je de hele dag vreselijk voelt? Of zijn er ook momenten dat het prima gaat?
Dat soort vragen kun je jezelf stellen om bestaande, negatieve overtuigingen door te prikken.
Daarbij is het ook belangrijk om de experimenten soms te laten gebeuren. Veel mensen zijn bijvoorbeeld bang dat ze niet kunnen presteren als ze niet slapen. Daarom kiezen ze ervoor om uit te slapen als ze erg lang wakker hebben gelegen. Op die manier kun je nooit ontdekken hoe het geweest zou zijn als je kort geslapen had.
Je begrijpt dat de oefeningen uit week 2 functioneren als een experiment. Je test dingen als:
- Wat gebeurt er als ik maar zes uur in bed mag liggen?
- Wat voor effect heeft het als ik niet meer pieker over mijn slaap?
- Hoe is het om geen dutje te doen als ik erg moe ben?
- Kan ik echt niet meer slapen als ik wakker word ’s nachts, of lukt het wel als ik maar moe genoeg ben?
We vragen je dus tijdens het gehele programma om je onderzoekerspet op te zetten en nieuwsgierig te zijn naar hoe het nu echt zit met je slaap.